Voorlezen

15 voorleestips

Voorlezen

In de ochtend starten we in de klas soms met een boekje lezen. Zo onstaat er zomaar een heel leuk plaatje met allemaal papa’s, mama’s, opa’s en oma’s die aan het voorlezen zijn.

Voorlezen is heel erg belangrijk voor de taalontwikkeling. Daarnaast is het ook gewoon een gezellig momentje samen en werkt het ontspannend.

Liefde voor lezen begint bij voorlezen. 

 

Bibliotheek

Met de klas gaan we regelmatig naar de bibliotheekbus, maar wist u dat uw kind gratis lid kan worden van de bibliotheek? U kunt dan samen met uw kind boeken lenen in de mooiste bibliotheek ter wereld, School 7, maar in de ook bibliotheekbus mogen boeken geleend worden. 

Hier (https://www.kopgroepbibliotheken.nl/dam/bestanden/jeugdbus-laatste-x.pdf) ziet u het rooster van de bibliotheekbus

 

Om het voorlezen nog leuker te maken, hier 15 voorleestips 

1. De kaft

Bekijk samen de voor- en achterkant van het boek. Praat over wat je kind ziet op de illustratie. Vraag je kind waar het boek over zal gaan. Bespreek de titel, de schrijver en de illustrator. Je kind krijgt interesse in het boek en komt in de voorleesstemming.

2. Plan het in

Leesbevorderingsprogramma’s geven aan dat het verstandig is om 20 minuten per dag voor te lezen. Dit stimuleert de ontwikkeling. Lees bijvoorbeeld twee keer tien minuten voor: één keer in de middag en één keer ‘s avonds voor het naar bed gaan.

3. Ritueel

Maak een familieritueel van het voorlezen. Lees bijvoorbeeld altijd voor als je kind naar bed gaat. Voor jullie beiden een fijn en ontspannen moment elke dag.

4. Maak voorlezen leuk

Houd het licht. Voorlezen is leuk, het maakt niet uit hoe oud je kind is. Als je kind een boek niet leuk vindt, leg het weg en kies iets waar hij wel van houdt. Je kunt het altijd nog op een later moment voorlezen.

5. Speel met je stem

Lees heel rustig voor, of juist snel in spannende situaties. Doe stemmetjes bij verschillende figuren (wel volhouden). Laat de emoties van de hoofdpersonen doorklinken in je stem.

6. Verschillende boeken en teksten

Lees verschillende boeken en teksten voor: gedichtenbundels, voorleesboeken, prentenboeken, informatieve boeken en tijdschriften. Je kind leert dat tekst op verschillende manier verwerkt wordt en dat het dus belangrijk is om te leren lezen. Met verschillende stijlen laat je je kind ook kennis maken met de verschillen in boeken. Zo kan je kind merken waar hij plezier aan beleeft in het lezen.

7. Voorspel het verhaal

Stop na de eerste bladzijde, in het midden of op de een na laatste bladzijde van het boek. Laat je kind de rest voorspellen. Kinderen krijgen meer interesse in het verhaal, worden nieuwsgierig en ontwikkelen hun fantasie.

8. Stel vragen

Stel vragen over het verhaal of de illustratie tijdens het voorlezen. Beperk dit tot één of twee vragen per bladzijde om je kind niet uit het verhaal te halen.

9. Laat je kind reageren

Je kind zal met vragen en opmerkingen tijdens het voorlezen over het verhaal komen. Ga hier kort op in en stimuleer het reageren. Je kind leert verbindingen leggen bij eerder opgedane kennis en nieuwe kennis beter in zich opnemen.

10. Moeilijke woorden

Bespreek moeilijke woorden. Vraag welk woord je kind nog niet kent en leg deze uit. Heel goed voor de woordenschat. Door de context van het verhaal wordt het woord goed onthouden.

11. Laat je kind kiezen

Met het zelf kunnen kiezen van een boek gaat er een wereld van je kind open. Ze leren te kijken naar illustraties en het verhaal te voorspellen. Het plezier voor het lezen begint hier. Je kind kan ook met verrassende boeken aankomen in de bibliotheek of boekhandel. Van daaruit kun je zelf ook af en toe wat aanbieden wat bijvoorbeeld een wat moeilijker niveau of een speciaal onderwerp heeft.

12. Herhalen, herhalen, herhalen

Je zal er zelf vast af en toe genoeg van hebben, maar voor kinderen is herhaling belangrijk. Dus ja, lees datzelfde boek maar voor de 100e keer voor. Kinderen vinden het fijn om te weten wat er komt en maken graag het verhaal zelf af. Herhaling is goed voor het geheugen en om nieuwe informatie een plek te geven in het brein.

13. Lees niet te lang

Hoe ouder je kind, hoe langer je kunt voorlezen. Het geeft niet als je kind afhaakt en weer wil spelen. Ga op een later moment weer even zitten en lees de rest van het boek voor. Hoe vaker je voorleest, hoe langer de tijd wordt dat je kunt voorlezen.

14. Napraten over het boek

Praat samen over het boek als het uit is. Wat vond je kind er van? Wat was leuk en wat minder? Wat was het probleem en hoe werd het opgelost? Wie kwamen er in het boek voor. Wat wil je kind ook doen en wat juist niet? Wat zou hij doen als…

15. Plezier

Last but not least: laat jouw plezier in lezen zien. Praat vol enthousiasme over boeken, lees zelf boeken in bijzijn van je kind en ga samen naar de bibliotheek of (kinder)boekhandel. Zo stimuleer je het enthousiasme van je kind in het lezen.

 (bron:https://jufmaike.nl/voorleestips-voor-ouders/)

 

 

foto voorlezen foto voorlezen
foto voorlezen 2 foto voorlezen 2